De meeste mensen die binnen een bebouwde kom wonen, hoeven maar op straat te gaan staan en een willekeurige kant op te kijken om een dak bedekt met zonnepanelen te zien. De populariteit van het opwekken van je eigen stroom is groot, om welke reden mensen er dan ook voor kiezen. Toch bestaan er nog steeds misvattingen over zonnepanelen die sommigen ervan weerhouden om de stap te maken. Om deze uit de wereld te helpen, hebben we er hier zes verzameld en voorzien van uitleg over hoe het wél zit.
1 Zonnepanelen zijn duur
Nee, zonnepanelen koop je niet zomaar elke dag. Het is niet een uitgave die je zomaar even doet. Maar ze zijn nog nooit zo goedkoop geweest als nu het geval is. Daarnaast bestaan er stimuleringsregelingen vanuit de overheid waardoor je ze met subsidie kunt kopen en betaalt de investering zich terug. Maar het is zelfs ook mogelijk om zonnepanelen te huren, en om dit in de vorm van een afbetaling te doen. Dan worden ze uiteindelijk alsnog jouw eigendom.
2 Het duurt 10 jaar of langer voordat je zonnepanelen terugverdiend hebt
Deze veronderstelling is niet correct, maar is dat in verleden wel geweest. Hoe zit dat? Het is niet zo dat zonnepanelen opeens een heel stuk efficiënter geworden zijn. Maar we schreven hiervoor al dat de prijs van de panelen nog nooit zo laag geweest. Dat betekent dus dat je ze ook weer sneller terugverdient. Het duurt nu 7 à 8 jaar voordat je je zonnepanelen hebt terugverdiend. Bij de ideale oriëntatie met de grootste opbrengst, of bij kwantumkorting omdat je samen met buren tegelijkertijd de investering maakt, kun je ze zelfs als in 6 jaar terugverdienen. De levensduur van zonnepanelen is rond de 25 jaar, dus twee derde van de tijd maak je er gewoon keihard winst op.
3 Zonnepanelen zijn niet duurzaam omdat ze geproduceerd moeten worden
Veel dingen die geproduceerd moeten worden zorgen door die productie voor wat CO2-uitstoot. Dat geldt inderdaad ook voor zonnepanelen. Het gebruik van zonnepanelen ter vervanging van het afnemen van (niet groene) stroom bij een energieleverancier compenseert dit echter ruimschoots. Binnen twee jaar dat ze in gebruik zijn is de CO2-uitstoot van de productie en transport van een zonnepaneel al gecompenseerd door het paneel zelf. Uiteindelijk is het dus echt duurzamer om zonnepanelen te nemen.
4 Zonnepanelen produceren alleen stroom in de lente en zomer
Natuurlijk brand de zon harder in de zomermaanden dan in de wintermaanden. Dat betekent echter niet dat de panelen in de winter niet rendabel zijn vanwege een te lage opbrengst. Wanneer er in de koude maanden een strak blauwe lucht is, zijn zonnepanelen juist bijzonder productief. Sterker nog, ze gedijen goed bij de kou. Bij oververhitting produceren ze juist minder. Zonnepanelen werken op licht, waardoor ze gewoon het hele jaar door stroom blijven produceren. Wel is het zo dat er van oktober tot maart 30 procent van de hele jaaropbrengst geproduceerd wordt, en dat het merendeel dus in die andere maanden opgewekt wordt.
5 Zonnepanelen zijn alleen de moeite waar als je een dak op het zuiden hebt
We zijn er eerlijk over: de ideale positie voor een zonnepaneel om de maximale opbrengst te kunnen genereren, is wanneer het paneel onder een hellingshoek van 35 graden richting het zuiden is geplaatst. Maar op een dak gelegen tussen het zuidwesten en het zuidoosten met een hellingshoek van tussen de 20 en 60 graden wordt bijna hetzelfde rendement gehaald. Gericht op het noorden, noordwesten of noordoosten zijn ze inderdaad wel minder rendabel.
6 Je moet een schuin dak hebben om zonnepanelen nuttig te maken
Zoals we hiervoor al stelden, is een hellingshoek van 35 graden ideaal voor zonnepanelen. Maakt dat een plat dak ongeschikt of onrendabel? Bepaald niet. Op een plat dak kan namelijk met behulp van een stellage exact de ideale hoek en oriëntatie gekozen worden, waardoor je de opbrengst volledig naar je eigen hand kan zetten.
